Overzicht Internationale politiesamenwerking.

Bij: De geheime totstandkoming van Europa

Gepubliceerd in Mensen Rechten Magazine, december 1992


Internationale instuten en adviesorganen

1. G 15 - Groep van 15 geïndustrialiseerde landen

Opgericht: juli 1989, Top van Parijs
Deelnemers: West Duitsland, Australië, Oostenrijk, België, Canada, Spanje, de Verenigde Staten, Frankrijk, Italië, Japen, Luxemburg, Nederland, Engeland, Zweden en Zwitserland.
Uitgebreid met: Hong Kong, Nieuw Zeeland, de Golfstaten (deden maar een keer mee), Denemarken, Griekenland en Portugal.
Doel: het stoppen van witwassen van drugsgelden.
Werkgroepen: 1. inventarisatie van drugsvangsten en verschillende manieren van witwassen. 2. internationale juridische samenwerking in verband met bewijslast en straffen. 3. financiële en administratieve wetgeving.
Resultaat: 3 rapporten en een vervolgonderzoek
Tegelijkertijd: EG verdrag op witwassen van drugsgelden, nov. 1990

2. Het Basel Committee

Opgericht:
Deelnemers: autoriteiten die toezichthouden op de banken van de tien rijkste landen.
Doel: het opzetten van ethische richtlijnen en voorwaarden ter identificatie van klanten, rekening- en safe-houders.
Resultaat: De Belgische bankcommissie heeft een voorstel rondgestuurd om misbruik van banken te voorkomen. Bedoeling is dat deze declaratie bindend wordt voor alle financiële instituten.

Europese instituten en organen Raad van Europa

3. ECCP/SCCP
European Committee on Crime Problems/Steering Committee for Crime Problems

Opgericht: door de Raad van Ministers in 1957
Deelnemers: experts van officials van de verschillende nationale organen, Justitie, gevangeniswezen en Openbaar Ministerie.
Doel: het stimuleren van internationale samenwerking in het voorkomen en bestrijden van criminaliteit en de behandeling van wetsovertreders. Komen tot harmonisatie van wetgeving en het stimuleren van een kritische aanpak door het uitwisselen van informatie.
Resultaat: een hele serie van aanbevelingen aangenomen door het Committee van Ministers.

4. het Pompidou-overleg
Groep voor samenwerking tegen het gebruik van en de handel in verdovende middelen.

Opgericht: 1971, opgenomen door de Raad van Europa in 1980.
Deelnemers: EG-lidstaten, Zweden, Zwitserland, Noorwegen, Turkije, Finland, Oostenrijk, Malta, Joegoslavië en Polen.
Op grond van een onofficiële overeenkomst doet sinds 1983 de EG Commissie ook mee, status is niet duidelijk
Doel: een multi-diciplinaire aanpak van het probleem, een combinatie vanuit gezondheidszorg en repressie
Resultaat: Ideeënuitwisseling op de halfjaarlijkse bijeenkomsten in Strassbourg.

De EG Commissie en Raad

5. De Rhodes groep
Groep van nationale coördinatoren

Opgericht: op de Europese top op Rhodes, 2-3 december 1988
Deelnemers: een 'senior official' uit iedere lidstaat plus een voorzitter. Ieder land benoemd een coördinator, zij ontmoeten elkaar iedere maand.
Doel: het ondersteunen van intergouvernementele samenwerking op het gebied van de toegenomen bewegingsvrijheid van burgers. Door maandelijkse vergaderingen op nationaal niveau met de betrokken ministeries. Elke zes maanden rapporteren de coördinatoren over de aktiviteiten van de groepen die zij begeleiden: De Raad van de EC, TREVI, Ad Hoc Groep Migratie, de werkgroep juridische samenwerking criminele zaken.
Resultaat: het Palma-document, 1989 met een lijst van maatregelen, prioriteit ligt bij actie tegen terrorisme, internationale misdaad, drugshandel en andere illegale handel. Nadruk op betere internationale samenwerking van justitie en politie.
Belangrijkste idee is een sterker systeem voor de uitwisseling van informatie.

6. UCLAF
Unit for the Coordination of Fraud Prevention

Opgericht: in 1989 door het algemene secratariaat van de Commissie.
Deelnemers: Commissie-leden en gespecialiseerde politiemensen uit de lidstaten
Doel: heeft coördinerende rol en concentreert zich uitsluitend op het stoppen van EG fraude. Onofficieel coördinatiecentrum. DAF, Documentation Anti-Fraud, was in maart 1992 nog in ontwikkeling.

7. MAG en MAG 92
Mutual Assistance Group

Opgericht: 1967 onder de Napels Conventie
Deelnemers: douane-beambten van de Lidstaten aangevuld met de Europese Commissie
Doel: het stimuleren van administratieve samenwerking in de strijd tegen de drugs.
Resultaat: verbetering van samenwerking en informatie-uitwisseling tussen politie en douane. Trainingsprogramma's. SCENT, Systems Customs Enforcement Network, database waarop 8 landen zijn aangesloten, maar is niet echt efficiënt.

8. Europese politieke samenwerking

Opgericht: Londen 20 oktober 1986
Deelnemers: raadgevend framework voor de ministers van Justitie en binnenlandse zaken.
Doel: illegale migratie en bestrijden van meest drugsrelated crime.
Juridische groep van de 12 ministers vergadert 3 keer per jaar om tot overeenkomsten over uitwijzing en overdragen van vervolging en ten uitvoerlegging van straffen te bespreken.
Ad Hoc groep drugsverslaving vergadert sinds 1986 een keer per jaar. Groep van experts die activiteiten rond drugs en gezondheid coördineert.

9. TREVI
Terrorism, Radicalism, Extremism, International violence

Opgericht: als werkgroep tijdens de Raad van Ministers in Rome, 1975.
Deelnemers: ministers van justitie en binnenlandse zaken.
Staat buiten de EG strukturen, er is geen controle, alhoewel de Commissie recentelijk is toegelaten als waarnemer. Uitgebreid met 'de vrienden van TREVI': Oostenrijk, Marokko, Noorwegen, Zweden, de Verenigde Staten en Canada.
Doel: algemene taak het bevorderen van samenwerking op gebied van veiligheid, onderverdeeld in de volgende groepen:
TREVI 1: (1976) terrorisme
TREVI 2: (1976) politie opleiding en technologie
TREVI 3: (1985) georganiseerde misdaad en serieuze verstoringen van de openbare orde (met Interpol als observer) Binnen deze werkgriep is besloten een niet-uitvoerend orgaan in het leven te roepen voor de uitwisseling van informatie over strijd tegen drugs: de European Drugs Intelligence Unit (EDU). De EDU is nu de eerste fase in de opzet van Europol.
TREVI 4: veiligheid van nucleaire transporten en andere gevaarlijke stoffen tegen rampen en ongelukken
TREVI 92 bekijkt de consequenties van het verdwijnen van de binnengrenzen voor de politie. Zij houden zich ook bezig met het Europees Informatie Systeem (EIS).
De Ad Hoc Europol groep bekijkt de doelen, ontwikkeling, vestiging en toekomstige aktiviteiten van Europol.
De konferentie van ministers vindt tweemaal per jaar plaats en heeft een aktieprogramma geproduceerd over het versterken van de politiesamenwerking en de strijd tegen terrorism en andere vormen van georganiseerde misdaad.

10. Ad Hoc Immigratiegroep

Opgericht: oktober 1986 door de ministers verantwoordelijk voor vreemdelingen en immigratie.
Deelnemers: de 12 ministers, in drie sub-groepen: asylwetgeving, vervalsing van documenten en controle aan de buitengrenzen. Soms in samenwerking met TREVI-werkgroepen hetgeen niet zonder moeilijkheden was.
Doel:
Resultaat:

11. European Committee to Combat Drugs (CELAD)

Opgericht: 1989 top in Strasbourg op initiatief van Mitterand.
Deelnemers: de lidstaten
Doel: coordineren van akties tegen drugs
Resultaat: Europees voorstel voor drugsbestrijding

12. Vier duitse initiatieven tegen drugs:

- Ständige Arbeitsgruppe Rauschgift (STAR): Duitsland, Frankrijk, Nederland, Luxemburg, Denemarken, Oostenrijk en Zwitser- land.
- Arbeitsgruppe Sdwest deed in 1984 Transalpino oefening met Frankrijk, Itali, Oostenrijk, Zwitserland en Duitsland, maar ook met specialisten van Interpol en de DEA.
- Arbeitsgruppe Nord: noordelijke deelstaten, Berlijn, Nederland, Zwitserland, Denemarken, Zweden Noorwegen en Finland. - Arbeitsgruppe Sudost, zuid Duitsland, Oostenrijk, Bulgarije, Hongarije, Roemenië, Yoegoslavië en Canada.
- Nederlands-Duitse werkgroep.

13. Vienna groep en de Bern groep
Opgericht: 1978 op initiatief van de ministers van binnenlandse zaken van
Deelnemers: Duitsland, Italië, Oosterijk, Zwitserland en Frankrijk.
Doel: Vienna: terrorisme-bestrijding, Bern-groep: informatieuitwisseling over spionage en terreurbestrijding.

Internationale verdragen over politie samenwerking.

A. Multilaterale verdragen

1. het Benelux verdrag

Belangrijkste verdrag in verband met politie samenwerking uit 1962 over de uitwisseling en juridische in criminele zaken. Verder van beleng is het protocol over de afschaffing van grenscontrole in de Benelux. Eerste regeling voor grensoverschrijdende aktiviteiten van politie.

2. Het akkoord van Schengen

Samenwerkingsverdrag tussen de Benelux, Frankrijk en Duitsland voor de geleidelijke afschaffing van de binnengrenzen. De afgelopen jaren uitgebreid met Italië, Spanje en Portugal. Griekenland heeft toeschouwerstatus.
Belanrijkste werkgroepen houden zich bezig met politie en veiligheid onderverdeeld in drugs, wapens en munit, illegale immigratie en de uitwisseling van informatie. Die laatste groep is weer onderverdeeld in grensoverschrijdende observatie en vervolging, telecommunicatie, juridische samenwerking, het SIS en privacybescherming.
Het verdrag van Schengen is in het diepste geheim tot stand gekomen. De democratische controle was onmogelijk, de nationale parlementen kregen slechts de keuze ratificeren -of niet.

3. Dublin verdrag

Een van de activiteiten van de Ad Hoc groep Immigratie was de top van mnisters die verantwoordelijk voor vreemdelingen en immigratie in Dublin, 15 juni 1990. Belangrijkste onderwerpen die daar besproken zijn waren gemeenschappelijke politiek op gebied van immigratie, politiek asiel en visa-kwesties. In de diskussie kwam ook het iedde op voor een gemeenschappelijk informatiesysteem met de gegevens van illegalen. Is nu al bijna aktief onder de naam Eurasyl. Van deze groep lekte in oktober een ontwerp uit voor verregaande restricties voor het asielbeleid.

4. Overeenkomst externe grenzen overschrijding

Binnen de Ad Hoc Immigratie groep is ook een overeenkomst opgesteld over het overschrijden van buitengrenzen. Het voorziet ook in een computersysteem voor de uitwisseling van gegevens. Het zou geregeld worden in een speciale overeenkomst tussen de betrokken Lidstaten, de uitvoering ervan wordt geblokkeerd door een konflikt tussen Engeland en Spanje over de grensbewaking op Gibraltar.

5. Bilaterale overeenkomsten

Er is grote hoeveelhed bilaterale verdragen over samenwerking van politie in grensgebieden en het lokaal grensverkeer. Deze verdragen zijn meestel beperkt tot operationeel en uitvoerend niveau. Samenwerking op gebied van van uitwisseling en informatie en grensoverschrijdende observatie biedt nauwelijks of geen garantie voor de wettelijke bescherming van burgers. Beperkingen worden alleen opgelegd op grond van bestaande privacy wetgeving, bijvoorbeeld in Nederland en Frankrijk.

Politiesamenwerking in verenigingen en adviserende structuren.

1. NEBEDEACPOL
Werkgroep van de Belgische, Nederlandse en Duitse politiechefs in het grensgebied rond Aken.

Een informeel jaarlijks overleg, sinds 1979 vastgelegd in een vereniging.
Doel: verbeterde samenwerking in de regio, uitwisseling van ervaring om te komen tot oplossing van gezamelijke problemen, strukturele informatieuitwisseling, stage-projekten voor politiemensen bij buurlanden, zoveel mogelijk wederzijdse steunverlening, voor zover juridisch mogelijk.
Dit overleg heeft geleid tot een groei aan de uitwisseling van materiaal, processen verbaal, conferenties en cursussen.

2. Politie Werkgroep.

Sinds 1979 hebben hoge politiemensen uit Duitsland, België, Frankrijk, Nederland, Ierland, Luxemburg, Denemarken, Spanje, Italië en Griekenland informale contact-ontmoetingen. Doel is operationele informatie uitwisselen over terrorisme en geweldadige criminaliteit. Met als enig doel informatievoorziening van de betrokken politiemacht.
Er is ook een alternatief netwerk van liaison-bureaus opgezet.
In België wordt dit gedaan door de samengestelde anti-terrorisme team. Bovendien zijn er direkte faxlijnen voor het realiseren van snel contact.

3. Interpol

Bestaat sinds 1923, leden zijn niet staten maar, in 1991, politiekorpsen van 154 landen. Interpol mag zich niet bezighouden met opsporing van politieke, religieuze, raciale of militaire aard. Sinds 1971 is Interpol erkend als een orgaan onder de internationale wet.
Doel is uitwisseling van informatie over alle vormen van criminaliteit en liaison officiers. Interpol heeft geen bevoegdheden zich bezig te houden met de harmonsatie op het gebied van de strijd tegen de georganiseerde kriminaliteit. De voortgang van inititiatieven voor overleg over Europese samenwerking met Interpol vorderen slechts moeizaam. Prolematisch is vooral de verhouding tussen Interpol en de rol de TREVI en Europol gaan spelen als Europese politiemacht.
Dit overzicht is gebaseerd op het 'Working Document on Police cooperation' door Lode van Outrive gemaakt voor de Commissie Burgerrechten en binnenlandse zaken (**vertaling checken: Committee on Civil Liberties and Internal Affairs),
maart 1992.


Evel