Sloppenwijk in Istanbul

Mensenrechtenschendingen in Turkije

Gepubliceerd in Konfrontatie, januari 1993


In november jongstleden publiceerde Amnesty International een rapport over de schendingen van de mensenrechten in Turkije, wapenkoper en NATO-bondgenoot van onder andere Nederland. Hieronder een verslag van een Nederlandse delegatie aan een wijk in één van de grootste steden van Turkije, Istanbul.

Dinsdagochtend, dag na aankomst. Laat wakker, toch nog even blijven liggen. Met z'n drieën op een kamer, op de bank, op de grond. Voor de deur staat een bus met minstens twintig politieagenten, eentje stapt uit, bliepende portofoons, veel geschreeuw. Dit huisje staat aan een soort van kruispunt, verderop zijn ze aan de weg bezig. Is het toeval dat ze hier staan, of is het voor ons? De oude vrouw bij wie we logeren gaat kijken wat er is. Ze rijden door. De politie heeft de schooltjes van de buurt bezet om het in- en uitgaand verkeer te controleren. 's Nachts wordt er gepatrouilleerd met kleine politiepantservoertuigjes die ieder uur een ronkende ronde over de zandpaadjes maken. Vorige delegaties werden voortdurend tegengehouden. Buitenlands bezoek heeft kennelijk even minder prioriteit nu.

De sloppenwijk Küçük Armutlu ligt in Istanbul, op een heuvel aan de Bosporus. De buurt moet verdwijnen, de regering heeft in augustus van dit jaar een ontruimingsbevel doen uitgaan. Officieel omdat het ministerie van Defensie juist op die plek een raket-basis wil bouwen om de hangbrug over de Bosporus te verdedigen.
Reëler is de strategische ligging voor de optie peperdure appartementen met een view on the river. Bovendien is Küçük Armutlu een politiek georganiseerde wijk, daarmee in de Turkse verhoudingen meteen bestempeld tot 'terroristennest' dat verwijderd dient te worden. In het verzet tegen de ontruiming nodigt het Solidariteitskomitee nu via het Informationszentrum für Freie Völker in Keulen internationale delegaties uit om zich op de hoogte te komen stellen van de situatie ter plekke en overal aandacht te vragen voor de dreigende ontruiming.
Afgelopen zomer was de Amsterdamse advocate Ties Prakken in Istanbul met haar Belgische collega Jan Fermon en twee Twentse gemeenteraadsleden. De delegatie in oktober jongstleden, de negende of de tiende na een reeks uit Duitsland, Denemarken en Zwitserland bestond uit de advocaat Marq Wijngaarden, Eerste Kamerlid Hannah van Wijngaarden en Angéla Ettema als tolk onder aanvoering van onderge- tekende. De acties beginnen langzamerhand vruchten af te werpen, de deelraad waar Küçük Armutlu onder valt heeft verklaard dat zij niet de slopers van de sloppenwijk willen zijn.

Repressie

Grote schijnwerpers doen de kamer even oplichten, door de storm is de elektriciteitskabel losgeraakt. Steeds als het politievoertuigje langskomt verbleekt het kaarslicht in de flits. De permanente politieaanwezigheid leidt tot waakzaamheid en gewenning. Degene die bij het raam zit draait bij iedere auto die langskomt automatisch de blik richting buiten, na een paar dagen leren ook wij het verschil tussen het geluid van een tractor en het geronk van het pantsertje.

De huisjes zijn van steen, niet klein, goed gebouwd, en keurig netjes. Ondanks de gebrekkige aan- en afvoer van water zijn er eindeloos veel kopjes thee op z'n Turks: half glaasje vreselijk sterk aangevuld met heet water uit de onderste pot en veel suiker.
De week begon met wachten. Van het vliegveld naar de mensenrechten- organisatie Özgur Der, in het centrum van Istanbul. Om zeven uur 's morgens is het daar nog leeg, maar het duurt niet lang voor de eerste bezoekers komen. Vandaag zijn het vooral familieleden van een vrouw die vorige week bij een inval in haar huis is doodgeschoten.
Zomaar, of ­ volgens de politie ­ omdat ze zelf begon met schieten. Maar waarom duurde het dan vijf uur voor het huis werd vrijgegeven. En waarom mocht er eerder niemand bij? De foto bij het verslag in de krant is wel erg nadrukkelijk in scene gezet. Het lichaam van de vrouw op de grond midden in de kamer afgedekt met haar eigen dekbed. Rechtsvooraan in beeld staat, bovenop het laken, een stoel met achteloos het pistool waarmee zij geschoten zou hebben.
Op het kleine kantoortje van Özgur Der verzamelen mensen om naar het mortuarium te gaan. Loodzware atmosfeer. Met huilen en net-niet huilen. En heel veel sigaretten. De moeder van de overledene heeft zichzelf helemaal niet meer onder controle en wordt uiteindelijk bestraffend toegesproken: wat denk je wel, jouw dochter is niet de enige! Keihard. Een paar dagen later zou blijken dat de vrouw van wie deze woorden afkomstig waren al twintig dagen op zoek was naar haar zoon. Hij werd teruggevonden in het politieziekenhuis, toestand onbekend.
Het is vooral heel lang onduidelijk wanneer er iets gaat gebeuren. Na uren blijkt dat men bedacht heeft dat wij als delegatie mee zouden kunnen gaan naar het mortuarium. Vaak wordt zelfs de familie niet toegelaten om de dode te identificeren. De discussie gaat over de vraag hoe zinvol onze aanwezigheid zou kunnen zijn. Misschien werkt het juist escalerend of is het gevaarlijk.
Om half twee komt er beweging. Met spoed naar het advocatenkantoor een paar straten verderop. Ook daar zitten mensen te wachten, druk overleg en veel getelefoneer. Op het allerlaatste moment valt het besluit dat het toch niet nodig is dat we meegaan. Eindelijk naar Küçük Armutlu.

Meer dan de helft van de 10 miljoen inwoners van Istanbul woont in sloppenwijken, in zelfgebouwde huizen, vaak zonder stromend water en riolering. Küçük Armutlu werd in 1989 platgegooid door de politie en meteen daarna herbouwd en toen goed. De mensen die er nu wonen zijn overwegend afkomstig uit midden- en oost Turkije, vanwege werkloosheid naar de grote stad getrokken. Tussen de 80000 bewoners van Küçük Armutlu bevinden zich ook invalide mensen, zonder inkomsten. Een aantal van deze rolstoelers hoort tot de drijvende krachten van het sociale en politieke leven in de wijk.
Aanvankelijk werd de wijk met rust gelaten, maar het laatste jaar neemt de belangstelling van de politie toe, die naar eigen zeggen de bevolking komt beschermen tegen de aanwezige terroristen.
Na een herdenkingsdienst dit voorjaar voor zeven leden van de revolutionaire beweging Devrimci Sol, die elders in Istanbul door de politie zonder vorm van proces op straat waren doodgeschoten, veranderde de sfeer in de wijk. Langzamerhand heeft de aanwezigheid van de politie het karakter van een bezetting aangenomen. Op 21 juni van dit jaar deed de politie met 2000 man en 7 pantservoertuigen een inval op zoek naar wapens en politieke documenten. Resultaat: één inbeslaggenomen schrijfmachine, één dode, 23 gewonden en acht mensen opgepakt vanwege vermoedelijk lidmaatschap van Dev Sol, later bij gebrek aan bewijs weer vrijgelaten. Sindsdien zijn de twee schooltjes van de wijk bezet door de politie en in gebruik als permanente controlepost.

Met een verlanglijst vol autoriteiten verantwoordelijk voor de sloop van de wijk weer naar Özgur Der. De mensen daar gaan proberen afspraken voor ons te regelen. De kans dat we de politiecommissaris die over de ontruiming gaat te spreken krijgen is klein. Hetzelfde geldt voor de burgemeester, Sözen. Zijn handtekening staat onder het ontruimingsbevel dat in augustus is uitgevaardigd; eerdere delegaties die probeerden hem te ontmoeten werden onder het oog van de pers door body-guards verwijderd. Toen bewoners van de wijk hem op een verkiezingsbijeenkomst vroegen hoe het ervoor stond, ontkende hij de voorgenomen ontruiming en koos het hazepad. Reden genoeg hem nog eens op te zoeken.
De onderburgemeester van het stadsdeel waar Küçük Armutlu onder valt, Ihsan Yälzin, heeft tegen Demirel gezegd dat hij tegen de ontruiming is en voorgesteld dat de grond wordt overgedragen aan de gemeente zodat Istanbul zelf kan bepalen wat ermee gebeurt. Hij is een van de weinigen die echt voor de bewoners opkomt. Muhsin Divan is voorzitter van de regeringspartij DYP in Istanbul en staat 'aan de kant van de armen' ­ hij heeft toegezegd dat de politie met de aanvang van het nieuwe schooljaar uit de schoolgebouwen zou zijn. Dat is nog niet het geval. Daarvoor willen we ook naar de onderwijsinspectie, de onderafdeling van het Ministerie van Onderwijs in Istanbul om de kwestie aan te kaarten.

In de tussentijd naar Müçadele, links-radicale krant met een goed gedocumenteerd archief. Hele stapel knipsels gekopieerd over Küçük Armutlu, ter voorbereiding op de gesprekken die gaan komen. Vooral schokkend zijn de beelden van de politie-operatie van afgelopen zomer. Foto's verspreid over verschillende knipsels vormen een stripverhaaltje van een commando in een hawaï-shirtje. Hij staat tussen andere mannen in dikke kogelvrije vesten met daaronder luchtige zomerkledij die, het automatisch geweer in de aanslag, een inval doen in zo'n mini-huisje. Op het laatste plaatje staat het hawaï-shirtje binnen: Een kale kamer, een tafel en een kast met groot op de voorgrond zo'n turkse dubbele theepot op de vloer. Rambo in een poppenhuis.

Martelingen

Sinds de inval van juni zijn er in Küçük Armutlu meer dan 170 aanhoudingen verricht. De tijd dat mensen vastzitten varieert van een kwartier tot 15 dagen, de termijn dat de politie op grond van de anti-terrorismewet mensen mag vasthouden zonder aanklacht, voorgeleiding of contact met een advocaat. Die eerste dagen zijn voor de politie die daar dankbaar gebruik van maakt om met folterverhoren bekentenissen af te dwingen.
"Marteling, al tien jaar een wijd verspreid verschijnsel in Turkije, is nog steeds een routine gebruik op politieburo's overal in het land. De lange periode dat arrestanten in voorarrest gehouden worden, meestal zonder enig contact met de buitenwereld, werkt marteling in de hand. De hervormingsvoorstellen van de Turkse regering voorzien niet in een verkorting van het voorarrest die bescherming van de arrestanten garandeert. Bovendien zijn politieke gevangenen, die de meeste kans lopen gemarteld te worden, uitgesloten van de nieuwe wetgeving."
Dat schrijft Amnesty International afgelopen november in een zeer kritisch rapport over de mensenrechtensituatie in Turkije. Het staat vol verhalen van arrestanten over zware mishandeling, elektrische schokken en zelfs verkrachting met de wapenstok door de politie als poging om verklaringen los te krijgen. Anderen vertelden dat ze aan hun armen, die vastgebonden waren aan een paal, werden opgehangen, overgoten met ijskoud water. Of hangend aan hun polsen die achter hun rug waren vastgebonden werden verkracht. Slachtoffers en familieleden die proberen klachten in te dienen krijgen te maken met bedreigingen van de politie.

Wandeling door de wijk. Küçük Armutlu heeft meer weg van een dorpje op het platteland, met onverharde wegen en kippen die overal rondscharrelen, dan van de overbevolkte golfplaten chaos die je je bij een grootsteedse sloppenwijk voorstelt. Ieder huisje heeft een stukje land, hier en daar een moestuintje en er wordt nog steeds bijgebouwd, soms zelfs meerdere verdiepingen.
Herkenbare filosofie: hoe beter je bouwt, hoe meer je er zelf in gelooft dat je blijft. En niet ontruimt zult worden: hoe definitiever de status quo, hoe meer kans... Zo zijn er winkels aan het begin van de buurt, een garage, een café, een eethuisje en wat marktkramen en hebben ze het zelfs voor elkaar gekregen dat twee buslijnen hun eindpunt hebben verlegd naar Küçük Armutlu. Geen overbodige luxe voor een buurt die alleen maar bereikbaar is via een viaduct over de snelweg, de meeste taxi- chauffeurs hebben er nog nooit van gehoord (of willen er niet van weten).
Een foto nemen van het politiepantservoertuig waarmee ze door de buurt patrouilleren mag niet. Moet je ook niet doen als je precies voor een van de bezette gebouwtjes staat die in gebruik is als politiepost. We worden teruggehaald en moeten mee naar binnen.
Meer om de verveling van de twintig daar rondhangende dienstdoende agenten te bestrijden dan dat er nou echt een reden voor is. Volgt een uur waarin wij in een bijna gemoedelijke sfeer stelselmatig weigeren ons te legitimeren, weigeren Turks te spreken en weigeren mee te gaan naar een echt politiebureau.
Er komt een sectie veiligheidsmensen in burger aan te pas die druk gaat doen met portofoons en dan weer verdwijnt om met hogerhand te overleggen wat er met ons moet.
In de tussentijd ontstaat een gesprek in gebrekkig Engels dat zich overal ter wereld had kunnen afspelen. Van: "denk je dat wij het leuk vinden hier te zitten, weet je hoe weinig wij verdienen voor dat koukleumen?" Naar: "Die mensen hier hebben het helemaal niet zo slecht, eigenlijk zijn ze best rijk ­ kijk maar hoeveel auto's hier rondrijden en de meesten hebben ook een appartement in de stad." Om vervolgens uit te komen bij: "Waarom zijn jullie alleen maar hier, jullie zijn niet objectief, in Zuid Afrika gebeuren ook erge dingen." Toen we na een uur verzeild dreigden te raken in een discussie over het bestaansrecht van Koerdistan met de enige agent die een beetje Engels sprak en die notabene zelf Koerd bleek te zijn, werd het tijd om op te stappen.

En kennelijk was er ergens besloten dat wij mochten gaan, de wandeling kon verder ongestoord worden voortgezet. Omdat de agenten niet ophielden te benadrukken dat zij op verzoek van de bewoners en ter hunner bescherming in Küçük Armutlu aanwezig waren, moesten we de mensen zelf maar vragen wat ze van de politie vonden. "Fascistische honden" was het antwoord van de vrouw achter de toonbank in de winkel waar we wat te eten kochten na ons avontuur.

Zomaar ergens binnen genodigd bij een warme kachel. Twee oude vrouwen en hun dochters vertellen hoe het is om hier te wonen. Ze laten niet het achterste van hun tong zien, maar zijn zeer vastbesloten. Op de vraag wat ze van plan zijn bij een eventuele ontruiming haken ze onmiddellijk de armen in elkaar om duidelijk te maken dat ze zich zullen verzetten. Brood en kaas krijgen we en paprika en koekjes bij de thee tot we niet meer kunnen. Uiteindelijk willen ze toch liever niet op de foto.

's Avonds komt er een vrouw uit de buurt op bezoek om te vertellen hoe ze twee jaar geleden weduwe is geworden. Ze was met haar man 's nachts laat thuisgekomen terwijl er elders in de wijk een politie- inval gaande was. Toen ze gingen kijken raakten ze elkaar kwijt in het gedrang. Mensen moesten op de grond gaan liggen, er weerklonken schoten. Het volgende dat ze zag was dat haar man per ambulance werd afgevoerd. Het ziekenhuis ontkende dat daar iemand binnengebracht was. Pas na dagen soebatten kwam ze via een familielid dat in het lijkenhuis werkte achter de ware toedracht. Een kogel was via zijn hals dwars door zijn lichaam gegaan en er boven zijn heup aan de andere kant weer uitgekomen.

Het Ministerie van Onderwijs, afdeling Istanbul. We hebben een afspraak met de directeur, maar die ontvangt net een delegatie van twintig Japanners die kennelijk plannen hebben met Turkije. We laten ons niet afschepen door een gladde woordvoerder en krijgen uiteindelijk de plaatsvervangende chef te spreken, Ohran Aras.
Een gesprek zoals een gesprek moet gaan, alsof je onderhandelingen voert. Aan het begin ontkent deze meneer dat er politie en schoolkinderen onder één dak zitten in Küçük Armutlu, hij had het zelf gezien, was er twee maanden geleden nog geweest. Aan het eind belooft hij dat hij er alles aan zal doen om aan deze situatie zo snel mogelijk een einde te maken. Uiteindelijk geeft hij toe dat er vanwege de speciale situatie tijdens de zomervakantie door de politie gebruik is gemaakt van de schoolgebouwen. Als dat nu nog steeds het geval is, is dat naar zijn mening een erg onwenselijke situatie. Wat hij kan doen is de veiligheidspolitie zeggen dat die situatie onaanvaardbaar is, dat is inderdaad zijn taak. Op dat moment hadden wij spijt dat we geen bandrecorder bij ons hadden.

De onderburgemeester van de deelraad had geen tijd om ons te zien. De volgende dag bleek waarom. Hij was die dag uit zijn partij gezet, de directe aanleiding was een schandaaltje, maar zijn positie begint onhoudbaar te worden door zijn uitgesproken standpunt voor het behoud van Küçük Armutlu.

De afspraak 's middags verliep minder flitsend dan die van 's morgens. Omdat bij het Ministerie van Onderwijs uiteindelijk niemand op de hoogte bleek van de afspraak die voor ons gemaakt was, besloten we op dezelfde manier bij de burgemeester langs te gaan. Op zo'n moment is het toch wel handig om een echt parlementslid bij je te hebben, al voldoet een visitekaartje ter legitimatie. Dat maakt indruk. Zo waren wij de eerste Küçük Armutlu-delegatie die überhaupt ontvangen werd op het gemeentehuis en niet door de ordedienst weer buitengezet. De burgemeester zelf is naar Ankara, maar we krijgen zijn medewerker public relations. Die wil ons eerst iets uitleggen over de sociaal economische toestand in Istanbul. Dat houdt hij vervolgens anderhalf uur vol. Hij begint in de Middeleeuwen en wijdt uit over alle Goede Werken van de gemeente Istanbul: het openbaar vervoer, het luchtzuiveringsplan op aardgas, gratis brood en melk voor de armen, het lage criminaliteitscijfer door de bijzondere structuur van de Turkse samenleving.
Hem onderbreken met vragen meer to the point komt ons te staan op steeds grovere beledigingen. Het begon met "Ik dacht dat democratie was dat je naar elkaar luistert" en eindigde met de ultieme belediging van onze senator: "U bent hier totaal onvoorbereid naar toe gekomen, voor een parlementslid vind ik dat bijzonder onprofessioneel" op het moment dat wij het gesprek wilden afbreken omdat duidelijk werd dat we nooit aan Küçük Armutlu toe zouden komen.

Amnesty signaleerde al dat de Turkse autoriteiten meester zijn in het geven van een verkeerde voorstelling van zaken, bijvoorbeeld tijdens hoorzittingen van de VN of van Europese Commis- sies. Voortdurend wordt verwezen naar maatregelen die op komst zijn als of ze al van kracht zijn, bovendien geeft men steeds een ver keerde voorstelling van de heersende toestand in het land. Turkije wil meetellen in Europa, maar houdt voor de binnenlandse situatie een slag om de arm. Deze woordvoerder kan er ook wat van: "Met westerse normen kunnen de Turkse problemen niet opgelost worden". En: "Mensenrechten in de stad is een heel ander probleem dan op het platteland".

Turkije en de EG

Voor de EG is dat kennelijk geen probleem. Binnenkort staat er in het Europese Parlement een verslag van de Commissie Buitenlandse Zaken en Veiligheid op de agenda over de betrekkingen tussen de EG en Turkije. De rapporteur, de française mevrouw M. Dury pleit daarin dringend voor heroverweging en verbetering van de aanvraag van Turkije om toetreding tot de Europese Gemeenschap. Er is dan weliswaar nog geen sprake van een rechtsstaat, maar Turkije doet er volgens haar alles aan om het leven te beteren. Volledig voorbijgaand aan de scherpe kritiek van onder andere Amnesty dat wetsvoorstellen alleen maar gebruikt worden om een positievere indruk te maken, stelt Mevr. Dury voor dat het Europese Parlement haar vertrouwen uitspreekt in de goede bedoelingen van de Turkse regering.
De ontwerp-resolutie die door het Europarlement moet worden aangenomen erkent bijvoorbeeld "dat de Turkse regering volstrekt gerechtigd is het terrorisme te bestrijden, zolang zij daarbij maar de mensenrechten volledig respecteert en zolang haar uitoefening van dit recht niet leidt tot een vicieuze cirkel van geweldadigheden".

Het Zentrum für Freie Völker startte deze herfst een campagne tegen deze resolutie. Tientallen Euro-parlementariërs ondertekenden een verklaring dat er nog wel wat vraagtekens te zetten zijn bij deze schets van de Turkse situatie. Na een persconferentie in het EG- gebouw in Straatsburg in oktober werden sommigen van de organisatoren op weg naar huis gevolgd tot in Keulen. Euro-parlementarirs die de petitie ondertekend hadden kregen bezoek van de Franse geheime dienst die hen vroeg of ze wel wisten met wat voor radikalinski ze te maken hadden.
Deze intimidatie bleek de voorbode van meer ellende. Dinsdagochtend 24 november om 6 uur 's morgens werd het kantoor van het Zentrum für Freie Völker bezocht door een speciale eenheid van de Duitse politie (politieke politie Beieren). Zes uur lang doorzocht dit team onder aanvoering van een Turkse man, die duidelijk meer was dan tolk, het piepkleine kantoortje in Keulen. Drie mensen en dozen vol materiaal, inclusief floppy's en computer meegenomen.
Uiteindelijk bleek dit een onderdeel van een gecoördineerde actie van 20 huiszoekingen in met name Beieren met als nogal gezochte aanleiding een onderzoek dat al sinds 1983 liep naar medeplichtigheid aan afpersingspraktijken van Dev Sol. Voor de duidelijkheid: dit speelde zich af nauwelijks twee dagen na de moord op een Turkse familie in Mölln. Je vraagt je af waar de prioriteiten van de Duitse politie liggen.
In Istanbul werd op hetzelfde moment het kantoor van de mensenrechtenorganisatie Özgur Der opgerold. Iedereen aanwezig meegenomen, redelijk snel weer vrijgelaten, maar de organisatie is weer ­ niet voor de eerste keer ­ verboden.

Drie weken na ons vertrek kregen we een fax uit Turkije. In Küük Armutlu is een meisje van zes overreden door het politiepantservoertuigje. Spelend voor het schoolgebouwtje oftewel de politiepost. Ze was op slag dood.

Met dank aan: Ties Prakken en Marq Wijngaarden.


Evel