Shell vervalt in oude fout

Tsjaad een tweede Nigeria?

Gepubliceerd in Intermediair, 15 oktober 1998 en in Ravage, eind oktober 1998


Shell gaat samen met Esso en Elf nieuwe olievelden aanboren in Tsjaad, en meer dan 1000 kilometer pijplijn aanleggen dwars door het tropisch regenwoud van Kameroen naar de Atlantische kust. Uit het contract dat is afsloten met de regering van Kameroen, blijkt dat de oliemaatschappijen rekening houden met grote problemen rond het project. Shell en consorten krijgen onbeperkt de bevoegdheid om 'in geval van nood' op te treden tegen situaties die het project bedreigen. De olie-politie kan zo nodig beschikken over bijstand van de politie of het leger.

De Wereldbank, die dezer dagen haar standpunt bepaalt over een lening voor de pijplijn, is er niet gerust op. Het Milieuteam van de Bank veegt de vloer aan met de rapportages over de effecten voor het milieu van de plannen van de oliemaatschappijen. De gevolgen voor de natuur, bedreigde diersoorten en inheemse volken zijn absoluut onvoldoende in kaart gebracht en de schadeloosstelling van de lokaal betrokkenen is nauwelijks geregeld.
De Commissie Milieu-Effect Rapportage, die deze zomer op verzoek van ex-minister Pronk een advies uitbracht, waarschuwt dat de politiek onstabiele situatie ter plaatse gecombineerd met mogelijke frustraties over wat de olie-exploitatie uiteindelijk voor de landen zelf oplevert, garant staat voor sabotage en andere vormen van verzet.
Minister Zalm van Financiën beantwoorde de vraag of hij bang was dat Tsjaad zou kunnen uitgroeien tot een tweede Nigeria, begin april in de Tweede Kamer al met een kort maar krachtig 'ja'.

Het is nog maar twee jaar geleden dat Shell op de aandeelhoudersvergadering de vernieuwde business principles presenteerde, een gedragscode met aandacht voor milieu en mensenrechten. Aanleiding voor deze drastische koerswijziging waren problemen rond de Brent Spar en kritiek op de nauwe samenwerking van Shell met het militaire regime in Nigeria. Toenmalig president-directeur Cor Herkströter nam het voortouw in de discussie over politiek correct ondernemen. Openheid was de kern van de nieuwe strategie, de dialoog stond hoog op het programma.

De mooie woorden van de oliegigant wekten bij Milieudefensie de nodige argwaan. De milieubeweging ondersteunt al jaren campagnes van zusterorganisaties in Nigeria tegen Shell.
'Vooral in de communicatie is veel veranderd. Ze letten nu veel beter op hoe ze naar buiten treden', zegt Irene Bloemink van Milieudefensie Earth Alarm. 'Profits & principles, het eerste geheel vernieuwde jaarverslag van Shell International, is alleen uitgegeven in het Engels en het Nederlands. Dat geeft aan waar de mensen zitten die zij als een bedreiging zien'.
Misschien waren de goede voornemens van Shell niet meer dan een geslaagde PR-campagne om critici de wind uit de zeilen te nemen.

Het is de vraag of de oliegigant echt iets heeft geleerd van de fouten in Nigeria. Bij het nieuwe project in Tsjaad en Kameroen waarin Shell voor 40 procent deelneemt (naast Esso en Elf met belangen van respectievelijk 40 en 20 procent), lijkt het meteen weer fout te gaan. De milieueffectenrapportages kwamen begin dit jaar volgens Milieudefensie als mosterd na de maaltijd, de proefboringen waren al gestart, de contracten al twee jaar eerder getekend.
In maart van dit jaar kwamen zeker honderd burgers om bij moordpartijen grotendeels uitgevoerd door het regeringsleger dat probeert de controle over het roerige zuiden van Tsjaad terug te winnen. De afscheidingsbeweging FARF vreest dat de inkomsten van de oliewinning alleen ten goede zullen komen aan de presidentiële kliek in het noorden.

De milieubeweging staat intussen niet meer alleen in haar kritiek. De onafhankelijke Commissie Milieu-Effect Rapportage die voor de overheid onderzoek doet naar grote projecten in binnen- en buitenland, kreeg van toenmalig minister Pronk de opdracht de plannen van de oliemaatschappijen te beoordelen. Nederland zit in de Raad van Bestuur van de Wereldbank en wil met de rapportage van deze commissie haar stem laten horen in de discussie over de lening voor de pijplijn. Onder voorzitterschap van professor Dick de Zeeuw (oud-voorzitter van de KVP en oud-bestuursvoorzitter van de Landbouwhogeschool in Wageningen) analyseerde een team van deskundigen alle tot nu toe verschenen milieu-effectenrapportages van het olieconsortium.
De conclusies liegen er niet om. Essentiële informatie ontbreekt, stelt de Commissie in haar rapportage van juli dit jaar, de consequenties van het project voor het milieu zijn niet te overzien.
Tsjaad en Kameroen zijn politiek onstabiele landen en de milieurapportages missen een uitgebreide analyse van alle mogelijke risico's hiervan. Bovendien: 'Hoe en wanneer de opbrengsten worden aangewend voor bestrijding van de armoede, en hoe de opbrengsten worden verdeeld, blijft onduidelijk,' schrijft de Commissie. Die combinatie van factoren levert 'ingrediënten voor sabotage en aanvallen op de pijplijn en andere installaties. Dat zal met name leiden tot aanzienlijke schade aan het milieu en de sociale verhoudingen.'
Het consulteren van de plaatselijke bevolking, een van de goede voornemens van Shell, is niet volgens Wereldbankstandaarden gebeurd - integendeel: 'De inspraakprocedure over de milieurapportages in Tsjaad vond plaats onder militaire escorte, het leger voerde acties uit tegen rebellen in de regio. Niet bepaald een 'stimulerende omgeving' om deel te nemen aan een inspraakprocedure.'
Op sommige punten kwalificeert de Commissie de Zeeuw de milieurapportages zelfs als mooipraterij, als een 'sweetheart statement' en een 'scoping exercise'. Het consortium doet beloftes over de economische betekenis van het project voor de lokale bevolking, die nergens worden onderbouwd met cijfers. Dat geeft mensen valse hoop, waarschuwt de Commissie.

Deze vernietigende kritiek verbleekt bij het commentaar dat de Wereldbank vervolgens zelf schreef over de plannen van Shell en consorten. In 65 punten vegen de specialisten van het Milieuteam de vloer aan met de milieurapporten over Tsjaad en Kameroen. Een greep uit de bezwaren die de Wereldbank deze zomer liet uitlekken.
De milieu-effectenrapportages bieden geen adequate basis voor een beslissing van de Wereldbank. Hoe de keuze voor de pijplijn tot stand gekomen is, blijft onduidelijk. De Wereldbank eist een gedetailleerd overzicht van de criteria en de overwegingen, en wil weten of het alternatief geen-pijplijn ooit serieus is meegewogen.
Of er gedacht is aan de gevolgen van een pijplijn linea recta naar de Atlantische Oceaan voor de Pygmeeën in Kameroen, voor het archeologisch erfgoed en de bio-diversiteit van het tropisch regenwoud.
Het olie-project zal een aanzuigende werking hebben op mensen die werk zoeken, in een gebied waar de geringste instroom de levensstandaard van de inheemse bevolking ernstig verstoort. De schadeloosstelling van mensen die gedwongen worden zich elders te vestigen is niet goed geregeld. Er moet een plan komen met concrete voorstellen over hoe die mensen in hun levensonderhoud kunnen voorzien. De Wereldbank verwacht grote problemen op dit vlak, en vraagt veel meer details. Waar moet het geld vandaan komen voor de compensatie en waaruit bestaat de 'hulp' die geboden wordt? Krijgen de mensen de tijd om een eigen beslissing te nemen en wie bepaalt de waarde van bijvoorbeeld een achtergelaten mango-boom?
Het olieconsortium heeft een commissie van onafhankelijke waarnemers in het leven geroepen die de regering van Tsjaad zal 'adviseren' over oplossingen voor problemen bij herhuisvesting. 'Het lijkt erop dat het olieconsortium geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor het oplossen van problemen bij de uitvoering van het project,' concludeert de Wereldbank, en eist heldere afspraken over de respectievelijke verantwoordelijkheden.

De lening van de Wereldbank is voor de oliemaatschappijen vooral politiek van belang. Het gaat slechts om een fractie van het totaalbedrag dat nodig is om het project te financieren. Maar met het fiat van de Wereldbank is het eenvoudiger andere investeerders voor het project te interesseren. De beslissing van de Wereldbank is al een aantal maal uitgesteld. Bij de laatste vergadering half september in Washington protesteerden milieugroepen buiten terwijl de oliemaatschappijen een team van maar liefst honderd lobbyisten had gestuurd om de Wereldbank te overtuigen van haar goede bedoelingen.
Aan de bezorgdheid van de milieubeweging heeft het olie- consortium geen boodschap. Irene Bloemink van Milieudefensie: 'Elf laat überhaupt niks van zich horen. Esso wil pas reageren als de definitieve milieurapporten klaar zijn, terwijl alle andere betrokken partijen bestookt worden met voorlopige versies van belangrijke stukken.' Shell is een hoofdstuk apart. Aan de open communicatie tussen de oliemaatschappij en Milieudefensie is sinds deze zomer een eind gekomen. Half april zei de directeur van Shell-Tsjaad nog tegen Milieudefensie: 'Ik zeg u dat het project in Tsjaad voldoet aan Wereldbankstandaarden. En als u iets vindt wat u niet zint, dan komt u maar.' Nu de milieubeweging steun krijgt van onafhankelijke partijen is het contact gereduceerd tot beleefde bedankbriefjes voor toegezonden rapporten.
Begin juni werd in Tsjaad een parlementslid gearresteerd vanwege zijn kritiek op het olieproject. Ngarledjy Yorongar werd van zijn parlementaire onschendbaarheid ontheven en is intussen tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld voor belastering van de staat. Zijn advocaten hadden geen beschikking over de stukken en weigerden uit protest de verdediging te voeren.
Ook in Kameroen wordt, volgens de Commissie de Zeeuw, oppositie tegen het project uitgelegd als het in gevaar brengen van belangen van de staat, en op die gronden het zwijgen opgelegd.

Over het contract tussen de oliemaatschappijen en de regeringen waren tot nu toe nog geen details bekend. Milieudefensie ontdekte recent dat deze overeenkomst al een jaar geleden kracht van wet heeft gekregen in Kameroen, en als zodanig is gepubliceerd in het Staatsblad (als wet no. 97-16).
Het consortium heeft in feite carte blanche gekregen. Het wetsartikel waarmee Shell en consorten de bevoegdheid krijgen om als paramilitaire macht op te treden is nogal omslachtig geformuleerd, maar de strekking is duidelijk. Het consortium krijgt de volledige vrijheid zelf onderzoek te doen bij situaties die een onmiddellijke bedreiging voor het project zijn. Op eigen verantwoordelijkheid en zonder toestemming vooraf mag de olie- politie overal binnentreden om een eind te maken aan die gevaarlijke situatie. Zo nodig met behulp van de politie of het leger. Wat er wordt verstaan onder 'onderzoek' en 'onmiddellijke bedreiging' is niet verder gedefinieerd.

De president-directeur van de Wereldbank bepaalt dezer dagen zijn standpunt over de pijplijn; de definitieve beslissing valt in december. En dat terwijl met het beantwoorden van alle vragen van het Milieuteam minstens twee jaar gemoeid zou zijn. Bloemink legt uit waarom een 'ja' van de Wereldbank verregaande consequenties heeft. De lening is aangevraagd voor de pijplijn en de exploitatie van één olieveld in het zuiden van Tsjaad. Uit de duur van het contract en de hoeveelheid olie die het consortium denkt te vervoeren is af te leiden dat er meer olievelden in de regio aangeboord zullen worden, constateerde ook de Commissie de Zeeuw. Irene Bloemink: 'Over de cumulatieve effecten van eventuele vervuiling van dit veel grotere gebied is nog helemaal niets uitgezocht.'

Shell verwacht, zo blijkt uit de nieuwe business principles, van haar medewerkers een gevoel van verantwoordelijkheid jegens de samenleving. Naast het uiting geven van steun aan fundamentele mensenrechten wordt daaronder verstaan 'het in acht nemen van normen voor gezondheid, veiligheid en milieu conform hun streven om bij te dragen aan duurzame ontwikkeling'.
Binnenkort zal blijken of dat meer is dan mooie woorden. Milieudefensie is internationaal een campagne gestart 'Maak van Tsjaad geen tweede Nigeria'. Groen Links heeft Kamervragen gesteld over de uitbreiding van de bevoegdheden van het consortium op buitenlands grondgebied. Shell verwijst inmiddels voor alle commentaar door naar Esso. Een Esso-woordvoerder laat weten: 'Het consortium is in discussie met de Wereldbank over de informatie die tot nu toe is verstrekt. Desgewenst leveren wij aanvullende informatie.'


Evel