Communicatie, januari 2003

Strijdster tegen schone schijn

Eveline Lubbers: 'Shell dat zich als milieuactivist profileert, een gotspe!'

Boudewijn Geels

Eveline Lubbers, oprichtster van het bij de politie en de AIVD weinig populaire onderzoeksbureau Jansen & Janssen, heeft een nieuwe vijand ontdekt: de PR-branche. In haar boek Schone schijn onthult ze hoe snelle PR-jongens het publiek proberen te misleiden. Kom bij Lubbers (41) niet aan met al die mooie verhalen over maatschappelijk verantwoord ondernemen. De strijd is volgens haar nog maar net begonnen. Over infiltranten, nepactiegroepen en Shell-managers. 'PR is bijna per definitie een niet-eerlijk vak.'

Door haar jas oogt ze als een wandelend alarmsignaal: knalrood met reflecterende gele strepen. En inderdaad, als Eveline Lubbers aan je broekspijpen hangt, heb je een probleem. Ze is medeoprichter van het roemruchte bureau Jansen & Janssen, dat de werkwijze van de politie en de AIVD (voorheen BVD) onderzoekt. Ook is ze zeer actief in de antiglobaliseringsbeweging. Tegenwoordig heeft Lubbers het vooral gemunt op PR-bureaus. In haar onlangs verschenen boek Schone schijn legt ze bloot hoe deze, in opdracht van multinationals als Shell, BP en McDonald's, liegen en bedriegen. Of moeten we in Shells geval zeggen: logen en bedrogen?
Dat zit zo. Eind november werd issue manager Tim van Kooten van Shell uitgeroepen tot communicatiemanager van het jaar. Dit wegens zijn bemoeienis met de corporate identity campagne van de oliemaatschappij. Tijdens de uitreiking van de prijs werd het bekende filmpje gedraaid van een ecologe die, vanuit een helikopter, waakt over de toestand van bos en bodem. De clou volgt aan het eind: de ecologe werkt voor Shell. Spin off: als er één bedrijf is dat het goed voor heeft met het milieu, dan is het Shell.
Echter, een dag voordat Van Kooten de Röhring in ontvangst nam, verscheen in Het Financieele Dagblad een recensie van Schone schijn. Shell heeft, zo viel te lezen, in de jaren negentig milieugroeperingen laten bespioneren door het Londense business intelligence-bureau Hakluyt. Uiteraard Van Kooten om een reactie gevraagd. 'Ouwe koeien', bromde de laureaat ontstemd. 'In 1995 speelde de Brent Spar-kwestie, en werden onze benzinestations in Duitsland in brand gestoken. Er is zelfs geschoten. Logisch dus dat we maatregelen namen. Toen het een jaar later weer rustig was, hadden we de diensten van Hakluyt niet meer nodig.' Hij liet weten het te betreuren dat dit blad 'zoveel aandacht' (in de praktijk slechts een paar alinea's) besteedde aan het boek van Lubbers. Immers, dat hij die mooie prijs had gewonnen, was toch veel belangrijker nieuws?
Arme Van Kooten. Eveline Lubbers (en natuurlijk niet de verslaggever) had zijn plezier helemaal vergald. Tot slot zei hij: 'Ik kan iedereen verzekeren dat Shell op dit moment géén infiltranten gebruikt!'

Traineren
Drie weken later, in een café te Amsterdam, komt Van Kooten opnieuw ter sprake. 'Dit is het einde van de cirkel,' schampert Eveline Lubbers, 'Shell dat zich als milieuactivist profileert, een gotspe! Jarenlang traineren ze de boel, en als er op zeker moment geen houden meer aan is, draaien ze om als een blad aan een boom. Aan de andere kant: ik ben geen PR-deskundige, maar ik kan me niet voorstellen dat mensen dat niet doorzien. Het ligt er zóóó verschrikkelijk dik bovenop.'
De prijs was toegekend door de vakjury. Wegens sabotage van hackers kon de publieksprijs (mensen konden stemmen via internet) niet worden uitgereikt. Zou Lubbers zijn geschrokken als Shell díe trofee in de wacht had gesleept? 'Ja! Kijk, dat helikopterfilmpje is prachtig gemaakt. Maar iedereen snapt toch wel dat die hele imagocampagne één grote greenwash-operatie is?' De wens, geeft ze toe, is de vader van de gedachte.
Zes hoofdstukken van Schone schijn schreef Lubbers zelf. De overige kopij werd aangeleverd door collega-activisten/onderzoekers uit Nederland, Australië, Nieuw-Zeeland en Duitsland. Naomi Klein nam het voorwoord voor haar rekening. Dit boegbeeld van de No Logo-beweging bestrijdt de 'terreur' van de grote merken, en als zodanig de reclamebranche. Met Schone schijn lijken nu de PR-bureaus 'aan de beurt' te zijn.
Logisch, vindt Lubbers. 'Hun rol is als gevolg van het groeiende activisme veel belangrijker geworden. Bedrijven zien kritiek als bedreigend. Dus moeten er allerlei dingen worden toegedekt en goedgepraat, en moet de aandacht worden afgeleid. Want dat is het vak: hoe zorg je ervoor dat critici niet aan het woord komen, en hoe bewerkstellig je dat er niet naar hen wordt geluisterd? Communicatie en risicoanalyse loopt steeds meer in elkaar over. Er is een grijs gebied ontstaan. Of ik een hékel heb aan de PR-branche? Nou, het is bijna per definitie een niet-eerlijk vak. Dus in die zin… Het bedrijfsbelang is nu eenmaal iets anders dan het maatschappelijk belang. Voorlichters die dat ontkennen, en velen doen dat, die liegen.'
Schone schijn gaat zoals gezegd over de trucs die multinationals toepassen om critici te dwarsbomen. Zo liet McDonald's een ex-politieagente infiltreren bij actiegroep London Greenpeace. Om zoveel mogelijk informatie te kunnen vergaren, begon de aantrekkelijke 'Shelley' (nomen est omen; haar echte naam luidde Michelle Hooker) zelfs een relatie met een van de actievoerders. Nog een voorbeeld: de Nederlandse verpakkingsgigant Tetra Pak richtte in 1992 een eigen actiegroep op, Waste Watchers, om zijn belangen te behartigen. De zeer professioneel opgezette WW moest het tegenwicht zijn van actiegroepen die ageerden tegen vuilverbranding. Officiële doelstelling: een 'verantwoorde vuilverwerking'.
Voorbeeld nummer drie betreft de inzet van Hakluyt door zowel BP als Shell. Hakluyt werkte veel samen met ene Manfred Schlickenrieder. Dit heerschap pretendeerde een linkse sympathisant te zijn. Hij beweerde dat hij een documentaire wilde maken over de anti-shellcampagnes, en wist een hele reeks kopstukken van belangengroepen voor zijn camera te krijgen. De film was een wanproduct, maar het was Schlickenrieder natuurlijk vooral om de saillante informatie te doen.

Ontmaskerd
Shelley, Schlickenrieder en de Waste Watchers werden uiteindelijk ontmaskerd. Maar Lubbers neemt aan dat zij slechts het topje van de ijsberg vormen. 'Je weet helaas niet wat je niet weet.' Zegt Van Kooten dat Shell geen infiltranten meer gebruikt? Lubbers kan niet bewijzen dat het wél zo is. Maar ze weet wel dat bij de oprichting van Hakluyt hoge Shell-functionarissen betrokken waren.
Van Kooten verdedigt de inzet van Schlickenrieder door te verwijzen naar de gewelddadigheden van 1995. Heeft hij niet een beetje gelijk? 'Nee', zegt Lubbers beslist. 'In juni 2001 kwam de Sunday Times met een verhaal over Hakluyt en Shell. Ik had daar in de Groene Amsterdammer al in januari van dat jaar over geschreven. Tegen de Sunday Times hadden Shell-mensen toegegeven dat Hakluyt was ingehuurd, maar dat ze geen idee hadden van de gehanteerde methodes. De periode die werd genoemd was toen april tot december 1996. Voor een update van mijn eerdere stukken sprak ik in juli 2001 met Shell-woordvoerder Mike Hogan in Londen. Hogan kwam toen met het identieke verhaal over de gewelddadige acties tegen Shell: veel pompstations werden aangevallen of bedreigd; ze moesten iets doen. Doel van het onderzoek was volgens hem erachter te komen hoe die mensen opereerden. Hogans Nederlandse collega Kievits vertelde me precies hetzelfde verhaal.'
'De Brent Spar-affaire speelde in het voorjaar 1995. De boycot was op zijn hoogtepunt, inclusief de dreigingen, in mei en juni. Op 20 juni kondigde Shell aan af te zien van de dumping. Het onderzoek van Schlickenrieder was een jaar later. Dat blijkt uit de data die Shell zelf gaf: april tot december 1996. Mij is niets bekend van vragen van hem naar de bedreigingen en beschietingen van een jaar daarvoor. Toen ik Kievits daarmee confronteerde, was het gesprek heel snel afgelopen.'

Is iemand als Tim van Kooten dan volkomen onoprecht?
'Nou, ik heb hem nooit ontmoet, maar ik heb begrepen dat hij zich volkomen met Shell identificeert.'
Dat mag toch?
'Jawel, en ik denk dat hij voor deel ook wel overtuigd is van de 'goede bedoelingen' van zijn werkgever. Maar met een beetje aandacht voor de mensenrechten op je website, zijn de problemen in Nigeria nog niet opgelost.'
Kán Shell die mensenrechtenprobleem dan oplossen?
'Ze kunnen wel meer doen.'
Wat dan?
'Ja hoor eens, ik heb niet een compleet eisenpakket voor Shell: als ze dat doen dan krijgen ze een stempel van goedkeuring. Zo simpel ligt dat niet. Met mijn boek wilde ik mensen bewust maken van het feit dat er achter de schermen van alles gebeurt. Dat er achter het reclame- en PR-verhaal nog veel meer speelt. Maar ik heb geen blauwdruk van hoe de maatschappij eruit moet zien en hoe Shell daarin moet functioneren.'

Starre radicaal
Lubbers' boek zit boordevol morele verontwaardiging. De vooringenomenheid druipt van de pagina's. Daarmee maakt ze het haar tegenstanders mogelijk haar 'weg te zetten' als zijnde een starre, subversieve radicaal. Vindt ze dat niet zonde? Lubbers, licht geagiteerd: 'Luister, de mensen die ik heb uitgenodigd om mee te schrijven, zitten ook in de activistenhoek. Dat is ook de motivatie waarmee je dat soort dingen uitzoekt. Je verdient er niks mee, het is ontstellend veel werk en het dan tóch doen. Dat vereist een enorme gedrevenheid, en die hoef je wat mij betreft helemaal niet te verbergen. Zolang je alle feiten maar op een rijtje hebt. Want het moet allemaal wel kloppen, natuurlijk. En het klopt. Daar ben ik door niemand op aangevallen. En ja, je kunt het ook op een andere manier doen. Misschien dóe ik dat de volgende keer ook wel.' Ze leunt achterover in haar stoel en schudt misprijzend het hoofd. 'Ik moet me niet zo op de kast laten jagen.'
Goed, ander onderwerp dan. Het is Lubbers vast nooit genoeg, maar het bedrijfsleven dóet nu toch iets aan maatschappelijk verantwoord ondernemen? Dat is toch winst? 'Och, er is inderdaad wel wat gebeurd hoor, maar ik denk dat het uiteindelijk toch heel oppervlakkig blijft. Wat ik, helaas, niet heb onderzocht, is hoe al die PR-activiteiten zich verhouden tot wat er écht veranderd is. Daar wil ik me verder in verdiepen. In Engeland is net onderzoek gedaan naar drie multinationals. Die blijken meer geld uit te geven aan PR over maatschappelijk verantwoord ondernemen, dan aan het maatschappelijk verantwoorde ondernemen zelf. Dat bevestigt mijn indrukken. McDonald's spendeert jaarlijks drie miljard dollar om de associatie met gezondheid, ecologie en plezier te versterken. Drie miljard!'

Een van de technieken die multinationals gebruiken om critici monddood te maken is, paradoxaal genoeg, het aangaan van de dialoog, zegt Lubbers. 'Het is de oude truc van verdeel en heers. Door de 'realisten' onder de actievoerders wel uit te nodigen en de 'radicalen' niet, veroorzaken ze tweespalt. Bedrijven hebben natuurlijk ook veel meer middelen om die dialoog op gang te kunnen houden. Ze huren gewoon een leger peperdure, gehaaide professionals in.' Zij, de activisten, zijn met veel minder, en hun kas is chronisch leeg. Als ze hier en daar een subsidietje kunnen lospeuteren, zijn ze allang blij. Het is, kortom, een ongelijke strijd.
Maar de actievoerders hebben er de afgelopen jaren wel een belangrijk wapen bij gekregen: internet. Zo beheert Lubbers de mailinglijst annex online database Pandora, bedoeld om informatie en tactieken uit te wisselen met gelijkgestemden overal ter wereld. In haar boek staat hoe geestverwanten (maar dus ook PR-bureaus en multinationals!) zich kunnen abonneren. Ook gaat Lubbers zich storten op de Europese versie van PR Watch. Dit Amerikaanse blad volgt het doen en laten van de 'PR-industrie' op de voet.

Zou Lubbers eigenlijk niet eens met Tim van Kooten moeten praten? En dan bij voorkeur op televisie?
'Shell wilde inderdaad een dialoog met me op tv. Maar ik weet niet of ik zelf wil. Niet dat ik niet in gesprek wil met Shell, maar ik ben bang dat het heel erg langs elkaar heen praten wordt. Ik ga praten over wat er fout gaat, en zij gaan praten over wat er goed gaat. Dan denk ik: wat heeft dat voor zin? Ja, hebben zij laten zien dat ze best met me willen praten, en heb ik verteld waar mijn boek over gaat. Zou kunnen, maar daar sta ik niet echt om te springen.'
Maar met een optreden in 2 Vandaag, Netwerk of Nova bereikt ze in een klap honderdduizenden kijkers.
'Klopt, maar tv is vooral ook show. Van Kooten doet dat al zoveel jaar. Ik ben een boekenschrijver. Ik heb ook geen zin om week lang mediatraining te gaan volgen om dat kunstje te leren.'
Kortom, ze durft niet?
'Nee, ja, ach, dat weet ik niet. Tja.'

Schone schijn
BBB book
Evel